Dinsdagavond gingen we -als afscheid van Harmke en Jannie- uit eten in Eimeo. Ze verzinnen hier toch ook wel de raarste plaatsnamen, maar mooi dat het daar was! Een hotel, op een klif, uitzicht op zee terwijl de maan opkwam en dan weer dat spotgoedkope eten. Het enige nadeel: de vochtigheid stijgt met de dag en zelfs als je niets doet kan het zweet je met straaltjes langs je hoofd lopen. Maar je hoort ons niet klagen. Nee hoor, iedere keer als iemand puft roept de rest 'over een paar weken zit je in de winter!' en dan is het zo weer over. Na het eten reden we nog even langs Sharon en Roger voor een afscheidsknuffel en toen naar huis voor het laatste inpakwerk. Vanochtend waren we mooi op tijd wakker en konden we rustig ontbijten, afrekenen en de auto inpakken. We namen -vanwege de hoge luchtvochtigheid- een langere route naar Harmke met de airco vol aan om iets af te koelen. Daar kun je je toch niets bij voorstellen? Bij Harmke was Jannie ook en dronken we koffie en aten Pavlovataart. Er zaten geen calorieen in zo is me verzekerd (met een grijns). Tegen 11.00 uur was het tijd voor de laatste knuffels en Peter reeds ons, met een lunchstop in Bloomsbury, naar Cannonvale/Airlie Beach. We keken eerst bij een resort waar we een mooie folder van hadden gezien maar daar juichten we niet echt van dus nog even doorgereden. Peter nam zomaar een afslag langs zee en ja hoor, appartementen, vacancy, met de naam Ocean View (en die naam klopte als een bus). We vroegen informatie bij de receptie, er was nog wel een appartement vrij maar uitzicht op park en niet op zee. De prijs was meer dan redelijk dus we bekeken het appartement. Het zag er keurig uit, 2 slaapkamers en een balkon met uitzicht op het park en toch ook een beetje op zee. 'We'll take it'. No worries. Mam en Els borgen onze spullen op, Peter en ik deden snel even boodschappen en toen.. rust. De enige echte actie die we nog ondernamen was het boeken van een tour voor de volgende dag naar het Groot Barriere Rif!
Donderdag, 1 november, Alice in Water-wonderland! Om 05.30 uur liep de wekker af en na een ontbijt en koffie stonden we om 07.00 uur op de bus te wachten. Die kwam en bracht ons naar Shute Harbour vanwaar de catamaran (type Koegelwieck) vertrok naar het rif. Om 08.00 uur verlieten we de haven om in kristalhelder aquablauw water via Daydream Island, South Mole Island en Hamilton Island (allemaal tussenstopjes voor op- en afstappers) naar de Whitsundaypassage te varen.
Dat is de doorgang die Captain Cook in 1770 eindelijk vond naar het vaste land. We konden ons goed voorstellen dat hij er moeite mee had gehad want het is een doolhof van -ik geloof- 73 eilanden. Maar mooi! Ge-wel-dig. De dag was eigenlijk nog niet begonnen maar zelfs tijdens het vervoer zaten wij alweer te genieten. | ![]() |
![]() |
Onderweg kreeg ik antwoord op de vraag die me al jaren dwars zat, namelijk: hoe komt dat water nou toch zo blauw? Willen jullie het ook weten? Okee, hier komt ie: ten eerste is het water schoon en helder, daardoor kunnen plankton en sedimenten de zon reflecteren en daarom is het water zo ontzettend blauw. Ik heb het nog nooit zo blauw gezien. Alsof je door een zwembad vaart. Het zicht was op het rif tot op de bodem helder, 15 - 20 meter naar beneden |
Om 11.00 uur waren we op Reefworld. Dat is een ponton in zee voorzien van allerlei faciliteiten zoals kleedkamers, douches, picknick-tafels, een souvenirshop en natuurlijk alle snorkel- en duikspullen. Verder nog een onderwaterkamer om vissen te bestuderen zonder nat te worden en een semi-sub-glazen-bodem-boot om in rond te varen. Om in het water te geraken waren er twee handige platforms en voor de echte idioten onder ons een zonnedek (er waren mensen die daar echt gelegen hebben, ik verwacht dat ze in het ziekenhuis terecht zijn gekomen met brandwonden). De catamaran legt aan aan dat poton en blijft daar de hele dag liggen, als je verkoeling zoekt kun je daar dan even in airconditioning zitten. Ik denk dat het buiten weer 34 graden was.
We kleden ons om en smeerden ons van top tot teen in met factor 15. Toen een set flippers, masker en mondstuk gehaald -alles gratis- en het avontuur -alweer een avontuur?- kon beginnen. We lieten ons voorzichtig in het water zakken en keken onder de oppervlakte. | ![]() |
Ohhh, ohhh, vissen, VEEL!! Niet te geloven, zo dichtbij en zoveel kleuren! Sommige (vooral de kleintjes) in scholen van wel 1.000 stuks, de grotere soms alleen, soms in groepjes. Ik vond vooral de papagaaivis erg mooi, die heeft alle kleuren van de regenboog en graast op het koraal, je kunt ze horen knagen! En daarnaast natuurlijk koraal in alle soorten, maten en kleuren. | ![]() |
We snorkelden zo'n 30 minuten. Het gebied waar je mag snorkelen is aangegeven met touwen en boeien, ik dacht dat het een klein stukje was maar uiteindelijk heb ik er misschien maar 20% van gezien. Na dat eerste half uur waren we goed moe want de stroming was sterk en we moesten iedere keer terugzwemmen naar het touw. We aten aan een picknicktafel, in de schaduw, een zalige lunch. Daarna even in de onderwaterkamer kijken en toen.. snel het water weer in voor een tweede ronde. Die 2e ronde was nog mooier dan de eerste en ik ging toen ook meer zien; koraal, reuzeschelpen, de rand van het rif (een echte afgrond) en... nog meer vissen! Wauw in tienvoud. Tegen 14.00 uur hebben we ons aangekleed; genoeg is genoeg en op een gegeven moment kunnen je hersens het niet meer opnemen. Al die schoonheid! We deden nog een rondje met de semi-sub-glas-bodem-boot, kochten een T-shirt voor Peter en kaartjes en om 15.00 uur gingen we weer richting vaste land.
![]() |
We voeren terug een eind langs het rif en langs Whitehaven Beach. |
Tegen 18.00 uur waren we weer thuis, was in de machine, kopje koffie en naar Airlie Beach voor een warm hapje. We kozen voor Griekse Giros en salade, daarna nog een zaaalig ijsje en een goed gesprek met een Nederlandse Backpackster met een ietsie heimwee. Volgens mij vervingen we even haar ouders maar het ging heel goed. Daarna langs het strand waar muziek was, terug naar huis. Wat een dag, wat een dag, alweer zo'n absoluut hoogtepunt!
Vrijdag 2 november, Airlie Beach, tutdag.
Nu is het vrijdag, 14.00 uur en ik zit samen met Peter in een wat krakkemikkig internetcafe. Ze hebben geen printer en ook geen letters meer op de toetsenborden. Airlie is een backpackerscentrum en alle kindertjes ver van huis typen hier duidelijk hun vingers blauw. | ![]() |
Mam en Els liggen hierachter bij het openbare zwemcentrumgedoe. En met openbaar bedoel ik dan ook echt openbaar. Geen hekken er om heen, een groot lagune-achtig zwembad met er omheen gras, bomen, picknickbanken en douches en WC's. Wij gaan daar ook zo naar toe, lekker het water in. Nu kan het nog. Daarna weer een hapje eten en een souvenir-inventari-scheck doen want we zijn het zicht op wat we wanneer, voor wie, gekocht hebben een beetje kwijt. Voor sommigen kon dat wel eens gunstig uitvallen. Toen we overigens vanmiddag hier souvenirs aan het kopen waren werd ik op mijn schouder getikt en hoorde 'hee, hoe is het met jou?'. Ja hoor, Dinant is in town. Ik werkte met hem op het mestloket en wist wel dat hij ook naar Aussie ging maar ja, het is een groot land, nietwaar? En hij zou tot half november in Cairns zijn dus ik had hem hier zeker niet verwacht. Leuk he? Dat je elkaar dan toch tegenkomt! We hebben even bijgekletst en alle mestloketters die meelezen met dit verslag: de groeten van ons beide. Morgen gaan we wel weer een tochtje doen denk ik. Vandaag is het de dag om met Harry Potter in de schaduw te gaan liggen. Dat ga ik dan ook maar eens even snel doen.
Doeg van ons allen!