Angst voor kerst
Bij de Praxis stond ik naast de kerstafdeling te wachten op zout. Strooizout om precies te zijn. Ik had overal gekeken en zag het niet en ook de medewerkster had geen idee. Zij ging dus een collega bellen en ik stond te wachten tot het mysterie was opgelost.
Een dame op leeftijd kwam op mij af geslenterd. Ik glimlachte vriendelijk en ze begon onmiddellijk te praten…
‘Ik vind het maar moeilijk hoor’, zei ze.
Door mijn hoofd schoot ‘kerstboomkeuzestress’ en ‘welke ballen nemen we dit jaar’. Maar ik had het fout.
‘Ik heb het drie jaar vermeden, die kerstafdelingen. Heb er ook drie jaar niet aan gedaan. Maar nu, vandaag, voor het eerst weer eens gekeken’. Ik keek haar vragend aan.
‘Ja weet u, mijn man is drie jaar geleden overleden, en dan heb je echt geen zin meer in kerst’.
Ik knikte. Daar kon ik me wel iets bij voorstellen.
‘Het eerste jaar is dat ook logisch’, vervolgde ze, ‘het tweede jaar kon ik het echt nog niet aan en ook vorig jaar… ik had er gewoon geen zin in, kon me er niet toe zetten’.
‘Maar nu bent u even wezen kijken,’ zei ik, ‘dat is toch een eerste stap!’ Ze knikte. Keek zelfs, heel aarzelend, een beetje trots. ‘En u hoeft toch niet meteen een joekel van een kerstboom neer te zetten en overal lampjes en slingers? U kunt ook met zo’n heel klein kerstboompje beginnen. En een paar waxinelichtjes. Voor de warmte en sfeer. Dat is toch ook prima?’
Haar ogen lichtten even op. Een glimlach verscheen.
‘Ik heb nog een klein mini kerstboompje staan, een neppert, en ook nog wel wat kleine lampjes. Weet u wat? Misschien doe ik dat wel! En dan alleen een paar hele kleine kerstballetjes. Niet meer dan dat. Dát ga ik doen!’
Ik knikte enthousiast: ‘dat is een goed plan, stapje voor stapje’.
‘Dat zei mijn dochter ook al,’ zei de vrouw. ‘Dat ik nu de stap maar eens moest wagen. En volgens mij heb ik dat nu gedaan!’
‘Goed zo!’ zei ik. En de vrouw liep verder. Ze ging niet terug naar de kerstafdeling. Maar vertrok wel met een plan in haar hoofd. En iets minder angst voor kerst zonder hem.