Pieterpad

dondersteen | Dagelijkse dingen,Pieterpad | zaterdag, 14 januari, 2012

‘U gaat denk ik naar Pieterburen?’ vroeg de buschauffeur toen we Winsum uit reden in het piepkleine busje. We waren met z’n vieren; Peter en ik en nog een echtpaar met wandelschoenen aan. Het busje zat daarmee overigens al halfvol. Maar we hadden, op onze schoenen na, niets bij ons wat er op wees waar we naar toe gingen. We keken dus een beetje verbaasd. ‘Ja, weet u,’ lachte de chauffeur, ‘ik ken iedereen die op deze lijn opstapt bij naam en als ik ze niet ken? Nou, dan gaan ze over het algemeen naar Pieterburen’.

Wij hadden gisteren besloten dat het, in het kader van mijn herstel, goed zou zijn om nog meer te lopen. Want daar voel ik me goed bij. Mijn benen lopen mijn hoofd leeg en mijn lijf moe. Nou kennen we de wandelroutes rondom thuis wel zo’n beetje dus het leek ons leuk eens een nieuwe uitdaging aan te gaan. En dat werd: het Pieterpad. ‘Als we nou gewoon eens beginnen met de eerste etappe en dan zien we wel,’ besloten we. En dus gingen we vanochtend met de auto naar het prachtige Groningse land. En als u daar nog nooit geweest bent? Ach, u bent de enige niet maar jammer is het wel. Neem dat nou maar van mij aan.

Toen we in het busje waren gestapt had de chauffeur al gezegd: ‘Als u nu alleen even uw OV-chipkaart laat zien? Ja? Goed hoor, ik zie het, loop maar door’. Het mini-busje had namelijk geen bliepapparaat. En dan lossen ze dat in Groningen zo op. En dus werden we gratis vervoerd van Winsum naar Pieterburen. Waarna we, ook gratis trouwens, 13 kilometer terugliepen naar Winsum.

Als je niet goed in je vel zit, zoals bij mij de laatste tijd het geval is, kun je nergens beter zijn dan daar ‘woar rust en roemte’ is. Ede Staal zat weer veel in mijn hoofd vandaag. Vooral ook met de zin ‘het laand was sjompe’ want wat wás het land nat. Totaal verzadigde Groninger klei met hier en daar een verdwaalde aardappel.

In Eenrum stopten we. Volgens het Pieterpad-boekje is er in Eenrum niets. Nou ja, in ieder geval geen mogelijkheid om een kop koffie te kopen. Nou, dat hebben ze mooi fout want Eenrum heeft…

Café Zaal Bulthuis. We deden de deur open en stapten zó terug in de tijd. De tijd van mijn jeugd. De tijd van d’ Olde Hof in Gasselte en de gymnastiekuitvoeringen die daar gehouden werden. De geur van d’ Olde Hof hing in Café Zaal Bulthuis. Ik snoof diep. Jeugdherinneringen, lekker. Het biljart, zo leerden we, was oud. Zó oud dat er bij de naam van de leverancier, de firma Bierling uit Groningen, een telefoonnummer vermeld staat van slechts drie cijfers. En hij wordt bij Bulthuis nog steeds gebruikt. Al was het vandaag om als grote tafel te dienen in verband met het stamppotbuffet van hedenavond.

De uitbater ‘wol bést eem met oes proat’n’. Nee, hij had geen pinautomaat want er waren al twee pinautomaten in Eenrum en als hij er ook een zou nemen dan trok de Rabobank zich terug uit het dorp. Dus als ‘wie gain geld genocht hadd’n dan moss’n we mor eem’n noar de baank. Dat was joa moar zestig meter wieder’. Dat bleek niet nodig te zijn. Niet alleen de tijd maar ook de inflatie had stilgestaan in Eenrum. Toen we allebei een heerlijk broodje kroket hadden genuttigd met een warme chocomelk mét slagroom moesten we het gigantische bedrag van € 9,00 afrekenen. In totaal ja. Daar hoefden we niet voor naar de Rabobank.

We liepen Eenrum uit en kwamen door het prachtige Mensingeweer. Daar heb ik een verhaal over. Niet uit eerste hand maar wél waargebeurd. Een vriend van Peter woonde in Mensingeweer. En die vriend stuurde, ergens in de jaren zestig, een kaartje naar zijn ouders met als adressering alleen de naam van zijn ouders en bij de plaatsnaam vulde hij in: ‘Man in gun’. Hebt u hem? Mens-in-geweer? Man-in-gun? De PTT, want zo heette dat toen nog, had ‘em ook want het kaartje kwam over. En zeg dan nog eens dat het vroeger niet beter was….

Langs Maarhuizen, dat mooi op een Groninger Wierde ligt, ging het verder. In de verte zagen we een bui over het land trekken. Overal om ons heen was rust en ruimte. Een groot leeg, winters landschap. Af en toe kwamen we andere wandelaars tegen, of werden we door ze ingehaald. Even groeten. ‘Moi’. ‘Moi hor’. Ik hou er van.

Over het sompige Hoge Laand liepen we onze hoofden leeg tot aan Winsum. Daar kronkelde het Pieterpad ons nog helemaal door het dorp. Een leuke bonus want ik kende Winsum eigenlijk alleen maar van het langsrijden onderweg naar Lauwersmeer. Het blijkt een heel charmant dorp te zijn, met water, winkels, aardige mensen en… onze auto. Die ons terugbracht naar Assen.

Alwaar ik op de bank ging liggen en voor het eerst in weken echt diep sliep.

Route:

13 reacties

Sorry, the comment form is closed at this time.

RSS feed for comments on this post.