Baviàààànen!

dondersteen | Dagelijkse dingen,Dierentuin | zondag, 27 april, 2014

20140428-001024.jpg Vanmiddag liep ik vanaf de colobusapen richting olifanten. Links van mij, op de Savanne, liepen de waterbokken, giraffen en gnoes. Tegenover me kwam een jongetje aangelopen.

Hij liep in een zeer stevige pas naar de rand van de Savanne, ging daar staan met zijn benen een beetje wijd en zijn bovenlijf een beetje voorover gebogen. Hij zette kracht, veel kracht. Zijn beide handen kwamen in zijn zij. ‘Die gaat schreeuwen’, dacht ik, ‘maar waarom? En naar wie?’

Het jongetje keek naar de waterbokken, giraffen en gnoes en trok zijn mond open. Zo hard hij kon, echt zo hàrd hij kon riep hij:
‘Baviaaaaaaaaaaaanen! Dik-ke LUL!!’

Ik schoot in de lach. Het zag er zo koddig uit, dat kleine mannetje maar dat taalgebruik, dat kon natuurlijk niet! Ik greep dus in.

‘Zeg jongeman!’ zei ik quasi boos, ‘wat hoor ik daar nou?’
Het jongetje sloeg zijn hand voor zijn mond en kleurde.
‘Want weet je,’ ging ik grijnzend verder, ‘als je iemand uit wilt schelden dan moet je dat wel goed doen… Dat zijn toch helemaal geen bavianen!’

Giebel.

‘Het zijn giraffen, waterbokken en gnoes. Blauwe gnoes om precies te zijn. Dus wil je ze niet meer bavianen noemen?’

Giebel.

‘En de rest, ach, dat snap je volgens mij zelf wel, daar hoef ik het niet over te hebben maar de bavianen? Die zijn achter je.’

Grijnzend liep ik verder, het jongetje giebelde nog even door en zijn vriendje liet me vervolgens nog harder lachen door vervolgens, ook heel hard, te roepen: ‘Hee, kijk nou! Vogels met spaghetti op hun kop!’

(Kroonkraanvogels)

Gastles

dondersteen | Dagelijkse dingen,Dierentuin | donderdag, 3 april, 2014

20140403-220610.jpg Daar zat ik dan, in een leeg klaslokaal te wachten op groep 4 en 5 van een basisschool in het zuiden van Drenthe. Het was de eerste keer dat ik voor een klas zou staan dus een beetje spannend was het wel.

Nadat de bel was gegaan denderden de leerlingen de klas binnen. 28 stuks, volle bak. Toen ik vroeg waar ik het interactieve bord moest bedienen werd Teun naar voren gehaald. Hij had de hele week al zò zijn best gedaan, hij mocht mijn assistent zijn. Als ik ‘klik!’ zei dan klikte Teun op het toetsenbord en verscheen er een nieuw plaatje op het scherm.

Een uur lang vertelde ik tot mijn mond er droog van was. Ze waren enthousiast en zeer leergierig deze leerlingen. Iedere keer als ik wat vroeg schoten de armen de lucht in. Op het eind, de tijd was eigenlijk al om, deed ik nog een vragenrondje. Een jongetje vroeg waarom ik bij de dierentuin was gaan werken, een ander jongetje vroeg waarom stropers dieren doodschieten en een meisje vroeg of ik wist hoe lang haar ouders al getrouwd waren…

Aan het eind vroeg de juf aan een aantal kinderen wat ze van me geleerd hadden. ‘Dat olifanten wel 70 kilo per dag poepen!’ riep een kind. ‘En dat haaien heel veel rijen tanden hebben,’ zei een ander. ‘Dat olifanten een tepel bij hun voorpoten hebben’ zei een meisje. Ze hadden duidelijk goed opgelet.

Toen we klaar waren mochten de kinderen even buiten spelen zodat wij op konden ruimen. Een aantal kinderen kwam langs om een hand te geven. Eèn jongetje schudde mijn hand en zei: ‘ik vond het een hele mooie spreekbeurt mevrouw’.

En toen kreeg ik ook nog een tien met een griffel van de juf.

20140403-224037.jpg

Nekwervels

dondersteen | Dagelijkse dingen,Dierentuin | donderdag, 19 september, 2013

C58CB540-782C-4403-8091-ACBE2C6B8A76Toen ik vandaag naar de dierentuin liep zag ik het meteen: groepen kinderen (in alle leeftijdscategoriën) en een grote groep ouderen. Nog voor ik, tijdens de koffie, de woorden ‘zal ik’ had uitgesproken had onze coördinatrice al ‘yes!’ geroepen. Ze kent me langer dan vandaag en begreep meteen dat ik met de Afrikar het park in wilde. Een kar vol deurtjes, laatjes en luikjes met daarachter allerlei voorwerpen die te maken hebben met Afrikaanse dieren.

Ik deed eerst een rondje ’toezicht bij de doodshoofdapen’, ging daarna eten en wilde na de lunch de Afrikar van stal halen. Donkere wolken pakten zich samen boven Emmen. Water en de de Afrikar is geen goede combinatie dus ik verzon een list. Ik haalde wat zaken uit de kar die wel tegen water kunnen en even later liep ik richting Savanne. Met onder mijn ene arm een schedel van een leeuw, in mijn jaszak een nekwervel van een mens en in mijn hand een nekwervel van een giraffe wandelde ik richting Savanne. Dat duurde best lang want dit vonden bezoekers wel heel erg leuk. ‘Wat hebt u daar nou onder uw arm!?!?’ en dan stond ik weer even uit te leggen.

Uiteindelijk arriveerde ik bij de Savanne en meteen had ik vier kinderen om me heen. Ik ging op een bankje zitten, legde de leeuwenschedel en de giraffenwervel naast me en haalde de nekwervel van de mens uit mijn jaszak.

‘Nou, vertel, wat denken jullie dat dit is?’ vroeg ik.
‘Een neus?’ vroeg een meisje.
‘Nee, geen neus, het is een nekwervel. Maar van welk dier zou dit nou kunnen zijn?’
Dat wisten ze niet. Natuurlijk wisten ze het niet. En dus vertelde ik het. ‘En daar hebben we er dan zeven van,’ zei ik, ‘op elkaar gestapeld in je nek. Dat heeft iedereen, jij ook en jij ook en zij ook en ik ook’.

En jongetje van een jaar of vijf stond tegenover me met zijn ogen groot en zijn mond open. Zijn hand ging naar zijn nek. Stomverbaasd keek hij me aan. En toen kwam er, met een beetje benepen stemmetje, ‘ik ook?’. Ik knikte, ‘jij ook. Hoe dacht je anders dat je hoofd zo mooi op je hals blijft staan?’

Hij voelde nog een keer aan zijn nek, draaide zijn hoofd van links naar rechts en keek naar de nekwervel in mijn hand. ‘Vet’, zei hij.

En dat was het. Hartstikke vet.

3D

dondersteen | Dagelijkse dingen,Dierentuin | donderdag, 25 juli, 2013

20130725-213906.jpgIk speel in de dierentuin het kindertheater en dat is erg leuk om te doen. Vandaag was het iets minder leuk want het theater is nogal warm maar goed, the show must go on, dus ik slokte veel water naar binnen en ging ervoor.

Tien minuten voor de voorstelling begint ga ik, gekleed in een witte laboratoriumjas, het park in om reclame te maken voor… nou ja, voor mezelf dus. Ik heb dan een vergrootglas in mijn hand en bestudeer bezoekers. Als ik hun aandacht heb getrokken vertel ik over de geheime werkkamer van de professor en hoe leuk het is als kinderen daar naar toe komen.

Bij de mantelbavianen stond een groep kinderen in de juiste leeftijd, ik ging er op af. Ik keek met mijn vergrootglas in het oor van een van de begeleiders. Dat vonden de kinderen natuurlijk geweldig. Toen vertelde ik van mijn professor en zijn werkkamer.

‘ Maar… wat is dat dan?’ vroeg een van de kinderen.
‘ Kindertheater,’ zei ik.
Het jongetje keek me aan en zei, geheel in de geest van deze tijd: ‘ Is dat dan wèl in 3D?’

Ik bedacht me niet, draaide drie keer om mijn as, wees op mezelf en zei: ‘ Zo 3D als iets maar zijn kan meneer’.

Brullen als een leeuw

dondersteen | Dagelijkse dingen,Dierentuin | zaterdag, 6 juli, 2013

20130706-112734.jpgTijdens de middagvoorstelling van het kindertheater in de dierentuin had ik maar weinig gasten. Slechts drie-en-een-half kind en drie volwassenen. Het halve kind was een peuter in een buggy. Hij was er wel bij maar sliep als een blok. De overige drie hadden een geweldige tijd want normaal gesproken laat ik, gedurende de voorstelling, zoveel mogelijk verschillende kinderen me helpen en nu mochten zij alles doen. Dat was genieten.

Ik speelde ze langs de giraffe, en de peuter sliep. Ik speelde ze langs de olifant, en de peuter sliep door. Ik speelde ze voorbij Uca de brilbeer, en hij bleef maar slapen. Totaal niet gestoord door het redelijk harde geluid van de professor die zich, vanaf het grote TV-scherm, met ons bemoeide of van de harde ‘priet-toet-boing-klanken’ van de kluis als we weer een puzzelstukje hadden toegevoegd. Hij sliep en sliep en sliep maar door.

We speelden langs de neushoorn en kwamen uiteindelijk aan bij de leeuw. De professor vroeg zich, vanaf het grote TV-scherm, af hoe leeuwen elkaar eigenlijk begroeten. Wij gingen op zoek naar het antwoord. ‘Ja,’ zei ik, ‘hoe begroeten leeuwen elkaar eigenlijk?’ De kinderen dachten diep na, de vader van de slapende peuter fluisterde zijn dochter, die wel heel wakker was, iets in het oor. Dochtertje durfde nog niet zo goed te antwoorden. ‘Zeg het maar hoor,’ moedigde ik haar aan, ‘hoe begroeten leeuwen elkaar?’ Heel zachtjes zei ze: ‘brullen?’

Op dat moment deed de peuter zijn ogen open. Verdwaasd keek hij rond. Hij was ergens in de dierentuin in slaap gevallen en werd in een totaal andere wereld wakker. Opeens was hij in de schemerige werkkamer van de professor. Aan de wand hingen opgezette dieren, in de hoek stond een complete leeuw en om het nòg enger te maken was er een vreemde mevrouw, in een witte laboratoriumjas, die daar iets stond te vertellen.

Ik kan u zeggen: brullen kon hij. Als de allerbeste..
 
 
 
 
 
 
 
 
En als u echt wilt weten hoe leeuwen elkaar begroeten? Kom dan naar het kindertheater in Dierenpark Emmen. 🙂

Volgende »