Pieterpad, van Zuidlaren naar Rolde

dondersteen | Dagelijkse dingen,Pieterpad | maandag, 30 april, 2012

Vandaag liepen we de vierde etappe van het Pieterpad: van Zuidlaren naar Rolde. Voor ons was het overigens de zesde wandeling langs het Pieterpad want wij spitsen de grote etappes op in kleinere stukjes. Het moet tenslotte wel leuk en gezellig blijven.

De zon scheen vandaag, vogels floten kei-hard en water kabbelde door het prachtige stroomdallandschap van de Drentse Aa. En dat is voldoende voor een topdag. Toen we in Rolde bij de auto waren zei mijn stappenteller dat we 20.9 km hadden gelopen, die van Peter sprak van 18.56 km. Nou ja, hoe het ook zij, het was ver genoeg! 😉


De Drentse Aa bij Schipborg

Het Pieterpad op z’n mooist

Plankenpad bij Schipborg

Hooglanders naast het Pieterpad

Eindelijk, de kerk van Rolde komt in het zicht!

En dan nog even, voor de volledigheid, de route:

Pieterpad, Haren – Zuidlaren (3e etappe)

dondersteen | Pieterpad | vrijdag, 23 maart, 2012

  Het weer was té mooi om niet te lopen vandaag. En dus gingen we met de auto naar Zuidlaren, jawel, van Berend Botje, en stapten daar op de bus naar Haren. Zo kwamen we terecht op het punt waar we maandag geëindigd waren: Sassenhein.

Aangezien een goed begin het halve werk is begonnen we op het terras van Sassenhein met koffie én gebak. Ik heb namelijk van Weight Watchers over de vingers getikt gekregen: ik moet meer eten. Nou, dát kan ik hoor! 😉 Het gaat overigens goed met dat afvalprogramma, bijna drie kilo Dondersteen minder.

Na het aangenaam verpozen gingen we dan toch aan de wandel. Over prachtige lanen liepen we naar Appélbergen. Daar zaten we op een bankje in de zon onze broodjes op te weten. Het was een herinneringsbankje. De naam van een man stond er op, met z’n geboorte- en sterfdatum. En daaronder de naam van z’n hond, ook met geboorte- en sterfdatum. “A man and his dog”. Ik durf te wedden dat ze samen prachtige wandelingen hebben gemaakt door Appélbergen.

In Noordlaren staat een prachtig, statig oud huis. Eerst was het een herenhuis, daarna (tot 1996) was het een huis waar twintig verstandelijk gehandicapten woonden en daarna werd het een herberg. Een uitnodigend bord stond bij de weg. ‘Zonneterras’ stond er en ‘koffie’ en ‘Pieterpad’. Dé ideale combinatie dus alweer tijd om te stoppen. Alleen voor koffie hoor, je kunt natuurlijk ook weer niet de hele dag gebak eten…

Het is een mooi bedrijf in een prachtig pand en mijn horecahart ging er van open. Ik raakte met de herbergier aan de praat en kreeg een halve rondleiding door de zaak. En voor ik het wist stonden we een strategie te bespreken om meer mensen naar binnen te krijgen. ‘Nou,’ zei ik, ‘ik zal zéker reclame voor je maken hoor.’ Dus: bent u ooit in de buurt van Noordlaren en hard toe aan een kop koffie of een heerlijk broodje (zo zag ik op de lunchkaart), ik zou er zeker even stoppen.

Het Pieterpad riep dus we moesten verder. De volgende stop was op een zandpad dat langs het Noordlaarderbos liep. Een groepje van vier ‘stokkieslopers’ kwam ons met ferme pas tegemoet. ‘Bent u bekend hier?’ riep een van de mannen al vanaf grote afstand. Nou, dat zijn we wel een beetje dus alle wandelaars, met en zonder stokkies, kwamen tot stilstand. De man had een routekaartje bij zich en wees aan waar hij dacht te zijn. ‘Dit is toch de Tolhuisweg?’ zei de man. ‘Nou, nee,’ zei ik, ‘dit is de Duinweg’. En ik wees het aan op de kaart. Hij keek verbaasd, kon nauwelijks geloven dat ze zó ver van de route waren afgedwaald. ‘Weet u het zeker?’ vroeg hij. ‘Echt, 100% zeker,’ zei ik, ‘u bent op de Duinweg’. De man draaide het kaartje om (ik dacht dat alleen vrouwen dat deden?) en keek nog eens. ‘Ik snap er niets van’ zei hij. Ik wees nog een keer hoe het zat. ‘Maar hoe kom ik dan in Zuidlaren? vroeg de man. ‘Dan moet u omdraaien en terug,’ zei ik, ‘dan even verderop rechtsaf het zandpad op óf een zandpad verder, dat mag ook, en dan weer links, dan bent u terug op de route.’ De man draaide nog een keer de kaart om en toen nog een keer. En toen: ‘Verhip! Ik zie het! Nou ja zeg…’

Ze namen de stokken ter hand en stoven het zandpad op, wij gingen verder op weg naar ons echte doel van vandaag: we gingen de grens met Drenthe over. Die was niet aangegeven door geen enkele grenssteen. Stom hoor. Dat hebben wij maar even verholpen door de grens duidelijk te markeren. Net als vroeger. De Groningers moeten tenslotte wel beseffen waar Drenthe begint. Er ligt nu een stapeltje stenen in de berm. Da’s veel duidelijker…

Uiteindelijk liepen we over de prachtige es van Zuidlaren richting ons einddoel. Moe waren we niet, maar oh, wat deden mijn enkels zeer van mijn oude hoge wandelschoenen. Ik dacht dat het wel aardig zou zijn om ze weer te gaan gebruiken maar ik besefte nu waarom ze al op zolder stonden. Eenmaal thuis heb ik ze meteen bij het vuilnis gezet, die doe ik dus echt nooit meer aan.

Route:

(klik voor groter)

Pieterpad, 3e etappe

dondersteen | Dagelijkse dingen,Pieterpad | maandag, 19 maart, 2012

De weersvoorspelling was dusdanig goed voor vandaag dat we besloten nog maar een etappe te doen. Nou ja, een halve etappe eigenlijk. Want etappe nr. 3, Groningen – Zuidlaren is al 21 kilometer en daar kwam nog 3 kilometer bij voor het restantje van de vorige etappe. En 24 kilometer… nou, dát is voor onze oude benen echt een beetje te gortig. Het moet tenslotte wel leuk blijven.

We lieten onze auto daarom achter bij Sassenhein in Haren en gingen met de bus naar het Noorderstation in Groningen. We liepen naar het punt waar we de route vorige week hadden verlaten: de Moesstraat. Het zonnetje scheen en Groningen lag aan onze voeten. Na slechts een klein stukje lopen waren we al in het Noorderplantsoen. Een plek die bij ons om twee redenen bekend is: subzoon E. woont aan het plantsoen én we hebben er veel leuke herinneringen liggen vanwege Noorderzon. E. was aan het werk, koffie zat er dus even niet in en Noorderzon is pas aan het eind van de zomer dus het plantsoen lag er rustig bij.

De route leidde ons langs het Lage der Aa, een van de mooiste plekjes van de stad (vind ik). Het zonnetje scheen, het was genieten. Na een broodje bij Subway vervolgden we onze weg richting Centraal Station waar ze, waarom heeft niemand mij dat verteld!, een Starbucks hebben! En ja, dan moet je wel weer stoppen want daar hebben ze toch echt de lekkerste cappucino.

Via het Emmaviaduct gingen we richting Noordwillemskanaal (is er trouwens ook een Zuidwillemskanaal, zo vroegen we ons af) en lopend langs het water verlieten we de stad. Prachtige woonboten, moderne gebouwen, een blauwe lucht en af en toe een vrolijk wit wolkje. Het was genieten.

Het hoogtepunt van dit deel van de route was toch wel de Hoornsedijk. Hij was ons niet onbekend, deze dijk, we waren er al eerder maar wat is het er prachtig. Het weggetje over de dijk slingert zich langs de Aa en aan de andere kant heb je zicht op het Paterswoldse meer. Man, man, man, zó dicht bij de stad zulke prachtige natuur. Daar mogen ze best trots op zijn.

Uiteindelijk moesten we het water verlaten en bij Haren gingen we onder de A28 door voor het laatste stukje. Na een korte maar aangename stop bij het Postiljonmotel (een mensch moet toch koffie?) liepen we, langs de rand van het dorp, richting het prachtige Sassenhein. Een visplas met uitspanning waar we ook al eerder waren. Het was er nu heel rustig. De uitspanning was gesloten, vissers waren er niet. Onze auto stond helemaal alleen op het parkeerterrein op ons te wachten.

Met 13 kilomter op de teller reden we vervolgens naar huis. Volgende etappe: Sassenhein – Zuidlaren. Dan laten we de eerste provincie van deze monstertocht achter ons en gaan we Drenthe in.

(klik voor grotere routekaart)
(PS: de hele serie foto’s – tot nu toe – vind u door HIER te klikken)

Zere voetjes…

dondersteen | Dagelijkse dingen,Pieterpad | zondag, 11 maart, 2012

Om heel eerlijk te zijn, we zagen een beetje op tegen de tweede etappe van het Pieterpad: van Winsum naar Groningen CS. Waar we tegenop zagen waren twee dingen: de totale lengte van 19 kilometer (en wij weten dat de meetkunde niet altijd goed is bij routemakers dus dat ging meer worden) én het feit dat er tussen Garnwerd en Groningen niets is. Niets in de zin van: openbaar vervoer. Lopen is dus dóórlopen. Je kunt wel stoppen maar dan zit je in een hele grote lege ruimte en kun je wachten tot je een ons weegt.

We hadden deze etappe uitgesteld vanwege het weer. Als het zo koud is kun je onderweg niet even lekker zitten om bij te tanken. Je verkleumt heel snel. Maar niet vandaag, want vandaag was de lente begonnen. En dus gingen we op Pieterpad. En wat wás het geweldig.

Het eerste stuk, vlak buiten Winsum ging door weilanden en langs sloten. Niks geen Pieter-pad, Pieterweiland was het. Erg, erg leuk. Minder leuk was de enorme groep Pieterpad-lopers die achter ons liep te snateren. We lieten ze, bij het doorgaan van het tweede hek in het grote weidse land, voorgaan. ‘Oh, wat vriendelijk, dank u!’ We lieten ze gaan, wachten nog even en toen nog even en toen… rust in het Groningerland. Zoals het hoort. Zoveel ruimte en dan op een kluitje lopen? Dacht-ut-nie.

(klik voor grotere kaart)

Na het charmante stuk kwam een heel vervelend stuk. Langs een kronkelende weg ging het naar Garnwerd. En kennelijk wilde iedere auto- of motorbezitter in Groningen vandaag langs die weg. Telkens weer gingen we de berm in. Dat schiet niet op én is heel storend.

In Garnwerd streken we neer op het befaamde terras van Café Hammingh. Dat is een begrip in Stad en Ommeland. We aten er een heerlijke tosti, dronken koffie, genoten van de zon. Lente!

De volgende etappe ging langs een fietspad door de velden van Garnwerd naar Wierumerschouw. Weer wandelden we door het mooie, weidse en stille Groningerland. Geen auto’s meer, alleen af en toe een fietser die voorbij kwam. ‘Moi!’, ‘Moi hor’.

(klik voor grotere kaart)

De wierde van Oostum verraste ons. Ik kan me niet herinneren dat ik er ooit eerder was. Wat een prachtig stukje oud land. We deden vier rondjes rond de kerk, zaten een poosje in de zon, aten een banaan. Ogen dicht. ‘Lekker hé?’ ‘Hmmmm…. .’

Bij Wierdumerschouw streken we even neer op een picknickbank aan het Reitdiep. Nog even staren over het water en dan verder naar de wierde van Wierum. Ook mooi maar de wierde van Oostum won. Met stip.

En toen, tussen Wierum en het Van Starkenborgkanaal, kwam de man met de hamer langs.
‘Ik ben moe,’ kreunde ik.
‘Ik ook,’ zei Peter.
‘Weet je wát de moed er in houdt?’ zei ik.
‘Nou? Wat dan?’
En daar ging ik, uit volle borst:
‘Van Lauwerszee tot Dollar tou, van Drééééénthe tot aan ’t Wad, door bluit en gruit ain wonderland rondom ain wonderstad!’
Een man en vrouw op de fiets haalden ons in. De man grijnsde van oor-tot-oor. ‘Mooi wicht, mooi hor!’
Wie had nou toch gedacht dat het Groninger volkslied vleugels zou geven aan een Drent…

(klik voor grotere kaart)

De Martinitoren kwam ondertussen steeds dichterbij. We kwamen langs de lege wierde van Paddenpoel en konden toen eindelijk het Van Starkenborgkanaal oversteken. We waren er nog niet, maar wel bijna. Nog drie kilometer te gaan. Nou ja, gáán…. we kwamen nog vooruit maar vloeiend ging het niet meer.

Toen we terug waren bij het Noorderstation waren we blij dat we de route hadden opgedeeld. Vandaag van Winsum naar het Noorderstation in Selwerd, volgende keer vanaf daar verder, de stad door en dan naar Glimmen. We hadden uitgerekend dat we dan rond de 16 kilometer zouden uitkomen vandaag. Maar toen ik naar de runkeeper-app keek bleek..

‘Jeeeemig!’
‘Wat?’
‘Negentien-komma-zeven kilometer. Wij hebben bijna twintig kilometer gelopen’.

Geen wonder dat ik moe ben.
Maar zeer voldaan.

 

Pieterpad

dondersteen | Dagelijkse dingen,Pieterpad | zaterdag, 14 januari, 2012

‘U gaat denk ik naar Pieterburen?’ vroeg de buschauffeur toen we Winsum uit reden in het piepkleine busje. We waren met z’n vieren; Peter en ik en nog een echtpaar met wandelschoenen aan. Het busje zat daarmee overigens al halfvol. Maar we hadden, op onze schoenen na, niets bij ons wat er op wees waar we naar toe gingen. We keken dus een beetje verbaasd. ‘Ja, weet u,’ lachte de chauffeur, ‘ik ken iedereen die op deze lijn opstapt bij naam en als ik ze niet ken? Nou, dan gaan ze over het algemeen naar Pieterburen’.

Wij hadden gisteren besloten dat het, in het kader van mijn herstel, goed zou zijn om nog meer te lopen. Want daar voel ik me goed bij. Mijn benen lopen mijn hoofd leeg en mijn lijf moe. Nou kennen we de wandelroutes rondom thuis wel zo’n beetje dus het leek ons leuk eens een nieuwe uitdaging aan te gaan. En dat werd: het Pieterpad. ‘Als we nou gewoon eens beginnen met de eerste etappe en dan zien we wel,’ besloten we. En dus gingen we vanochtend met de auto naar het prachtige Groningse land. En als u daar nog nooit geweest bent? Ach, u bent de enige niet maar jammer is het wel. Neem dat nou maar van mij aan.

Toen we in het busje waren gestapt had de chauffeur al gezegd: ‘Als u nu alleen even uw OV-chipkaart laat zien? Ja? Goed hoor, ik zie het, loop maar door’. Het mini-busje had namelijk geen bliepapparaat. En dan lossen ze dat in Groningen zo op. En dus werden we gratis vervoerd van Winsum naar Pieterburen. Waarna we, ook gratis trouwens, 13 kilometer terugliepen naar Winsum.

Als je niet goed in je vel zit, zoals bij mij de laatste tijd het geval is, kun je nergens beter zijn dan daar ‘woar rust en roemte’ is. Ede Staal zat weer veel in mijn hoofd vandaag. Vooral ook met de zin ‘het laand was sjompe’ want wat wás het land nat. Totaal verzadigde Groninger klei met hier en daar een verdwaalde aardappel.

In Eenrum stopten we. Volgens het Pieterpad-boekje is er in Eenrum niets. Nou ja, in ieder geval geen mogelijkheid om een kop koffie te kopen. Nou, dat hebben ze mooi fout want Eenrum heeft…

Café Zaal Bulthuis. We deden de deur open en stapten zó terug in de tijd. De tijd van mijn jeugd. De tijd van d’ Olde Hof in Gasselte en de gymnastiekuitvoeringen die daar gehouden werden. De geur van d’ Olde Hof hing in Café Zaal Bulthuis. Ik snoof diep. Jeugdherinneringen, lekker. Het biljart, zo leerden we, was oud. Zó oud dat er bij de naam van de leverancier, de firma Bierling uit Groningen, een telefoonnummer vermeld staat van slechts drie cijfers. En hij wordt bij Bulthuis nog steeds gebruikt. Al was het vandaag om als grote tafel te dienen in verband met het stamppotbuffet van hedenavond.

De uitbater ‘wol bést eem met oes proat’n’. Nee, hij had geen pinautomaat want er waren al twee pinautomaten in Eenrum en als hij er ook een zou nemen dan trok de Rabobank zich terug uit het dorp. Dus als ‘wie gain geld genocht hadd’n dan moss’n we mor eem’n noar de baank. Dat was joa moar zestig meter wieder’. Dat bleek niet nodig te zijn. Niet alleen de tijd maar ook de inflatie had stilgestaan in Eenrum. Toen we allebei een heerlijk broodje kroket hadden genuttigd met een warme chocomelk mét slagroom moesten we het gigantische bedrag van € 9,00 afrekenen. In totaal ja. Daar hoefden we niet voor naar de Rabobank.

We liepen Eenrum uit en kwamen door het prachtige Mensingeweer. Daar heb ik een verhaal over. Niet uit eerste hand maar wél waargebeurd. Een vriend van Peter woonde in Mensingeweer. En die vriend stuurde, ergens in de jaren zestig, een kaartje naar zijn ouders met als adressering alleen de naam van zijn ouders en bij de plaatsnaam vulde hij in: ‘Man in gun’. Hebt u hem? Mens-in-geweer? Man-in-gun? De PTT, want zo heette dat toen nog, had ‘em ook want het kaartje kwam over. En zeg dan nog eens dat het vroeger niet beter was….

Langs Maarhuizen, dat mooi op een Groninger Wierde ligt, ging het verder. In de verte zagen we een bui over het land trekken. Overal om ons heen was rust en ruimte. Een groot leeg, winters landschap. Af en toe kwamen we andere wandelaars tegen, of werden we door ze ingehaald. Even groeten. ‘Moi’. ‘Moi hor’. Ik hou er van.

Over het sompige Hoge Laand liepen we onze hoofden leeg tot aan Winsum. Daar kronkelde het Pieterpad ons nog helemaal door het dorp. Een leuke bonus want ik kende Winsum eigenlijk alleen maar van het langsrijden onderweg naar Lauwersmeer. Het blijkt een heel charmant dorp te zijn, met water, winkels, aardige mensen en… onze auto. Die ons terugbracht naar Assen.

Alwaar ik op de bank ging liggen en voor het eerst in weken echt diep sliep.

Route:

« Vorige